De genealogie van de Friese familie Norder is het onderwerp van deze website. U vindt hier hyperlinks naar de foto’s van de familie Norder en wetenswaardigheden over hun stamboom in aanvulling op het in 2011 verschenen boek. Sinds 2002 houd ik mij bezig met stamboomonderzoek naar de families Poortstra, Stellingwerf, Norder, Van Dijk, La Fleur, De Vries en Van Sluis.

Frans Norder (1878-1929), schipper te Sexbierum

Frans Norder (rechts) op zijn schip,
klik erop voor een vergroting
In het boek over de familie Norder is te lezen dat Frans Norder (1878-1929) een tijd lang als schipper te Sexbierum gewerkt heeft. Over die periode kreeg ik een interessant berichtje uit de Leeuwarder Courant van 9 januari 1913. Uit het artikel blijkt dat hij een schippersknecht had die niet te vertrouwen was. 


Rechtzaken; rechtbank te Leeuwarden – zitting van woensdag 8 januari.
Aan Jan K., 18-jarig schippersknecht te Oudega W. wordt ten laste gelegd, zich te hebben schuldig gemaakt aan diefstal van een bankbiljet van ƒ 25, - te Herbayum, van en bedrag van ƒ 15, -, drie bankbiljetten van ƒ 10, -, een gulden en een rijksdaalder te Sexbierum, respectievelijk gepleegd in het laatst van October, begin November, 15 November, 27 November en 5 December. Hij deed dat ten nadeele van schipper Frans Norder te Sexbierum, bij wien Jan van October af in dienst was. De bankbiljetten waren in een portefeuille gesloten, de klinkende munt bevond zich in een beurs. Een en ander lag voor het grijpen en de president brengt daarom Norder onder het oog dat men een diefstal niet gemakkelijk mag maken; dat men ook in dat opzicht verplichtingen heeft ten opzichte van zijn onder geschikten.
Beklaagde bekent volmondig. Armoede was niet zijn drijfveer. Uit hebzucht heeft hij dat geld gestolen en daarvoor in Harlingen kleren en andere dingen gekocht. Met zijn verleden ziet het er niet erg gunstig uit. In zijn jongensjaren was hij bewoner van een Rijksopvoedingsgesticht.
De subs.-officier is met referentie voor de meening van den president van oordeel, dat wanneer men voor dienstboden altijd alles moet wegsluiten, dit voor beide partijen geen aangename verhouding geeft. De ambtenaar acht het zelfs een deugd van den bestolene, dat hij menschen niet van den kwaden kant bekijkt, maar nog vertrouwen heeft getoond, tenzij hij wist, welk vleesch hij in de kuip had.
Beklaagde heeft van dat vertrouwen misbruik gemaakt. Eisch wegen het plegen van vijf misdrijven van diefstal, 6 maanden gevangenisstraf.
De verdediger, mr. J.W. Tijsma te Leeuwarden, kan niet veel ter verschooning van de beklaagde bijbrengen: alleen diens eerlijke bekentenis, waardoor het mogelijk wordt, hem te veroordeelen, wat anders niet had kunnen geschieden. Pleiter hoopt, dat de rechtbank niet te zwaar zal straffen en dat den beklaagde het gebeurde tot betering voor het vervolg zal strekken.